- Starters die een woning zoeken in de Randstad, hebben in het tweede kwartaal het meest geprofiteerd van de dalende huizenprijzen, zo meldt het Kadaster.
- Ze betaalden daar in die periode gemiddeld 8,3 procent minder dan een jaar geleden.
- Starters gaven van april tot en met juni gemiddeld 339.000 euro uit aan hun nieuwe woning. Doorstromers waren gemiddeld 458.000 euro kwijt.
- Lees ook: Huizenprijzen dalen in 12 maanden 5,5% maar stabiliseren op maandbasis in juni
Starters die de woningmarkt willen betreden in de grote steden, hebben in het tweede kwartaal het meest geprofiteerd van de dalende woningprijzen. Dat meldt het Kadaster bij de publicatie van zijn kwartaalbericht.
Starters die in die periode een woning kochten in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam of Den Haag betaalden gemiddeld 8,3 procent minder dan een jaar geleden.
Starters betaalden van april tot en met juni gemiddeld 339.000 euro voor hun nieuwe woning. Landelijk gezien is dat een prijsdaling van 4,9 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
Doorstromers waren gemiddeld 458.000 euro voor hun woning kwijt, 3,6 procent minder dan een jaar eerder.
Opvallend is dat de prijzen voor starterswoningen tussen 2019 en 2022 juist harder stegen dan die voor woningen van doorstromers. De daling van de gemiddelde woningprijzen laat nu eenzelfde trend zien.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde maandag nog dat de huizenprijzen in juni met 0,2 procent waren gestegen. Dat was de eerste stijging in een aantal maanden, maar dat ging om een vergelijking op maandbasis. Op jaarbasis lagen de prijzen van woningen volgens het CBS in juni wel lager.
Het Kadaster merkt verder een flink verschil in woningprijzen tussen gemeenten. Zo is het verschil tussen de duurste en goedkoopste gemeente maar liefst 865.000 euro. Huizenkopers in Bloemendaal zijn het meeste geld kwijt, gemiddeld bijna 1,1 miljoen euro. In het Groningse Pekela kostte een woning gemiddeld 212.000 euro.